Solderen
© Atelier GlassJohs
< terug naar Tips
< terug naar Glas in Lood de techniek
< terug naar Tiffany-techniek
Solderen is een kunst. Of eigenlijk: een kunstje. Je leert het door de ervaring. Goed gereedschap helpt daarbij. Het gaat wel met een goedkoop boutje van 75W, maar beter is het iets meer te investeren. Minstens één van 100W, of één met ingebouwde thermostaat. De clou is dat de bout op bedrijfstemperatuur moet zijn. Hoe gelijkmatiger dit gebeurt, hoe beter het solderen gaat. Tijdens het solderen koelt de bout af: de warmte wordt afgevoerd via het gesmolten soldeer en de geleiding van het lood. Dit gebeurt sneller dan dat hij op kan warmen. Heeft de bout een geringe capaciteit, dan duurt het langer voor de bedrijfstemperatuur weer bereikt is. Regelmatig pauzeren voor het opwarmen is dan noodzakelijk. In de praktijk wordt wel met een te lage temperatuur gewerkt, wat leidt tot minder mooi-gesoldeerde kruispunten. Een bout met meer capaciteit blijft beter op bedrijfstemperatuur wat tot sneller werken, en mooie soldeerpunten leidt. Dit is te bereiken door een bout met ingebouwde thermostaat te gebruiken, of door in een 100W bout een thermostatische soldeerpunt te zetten.
Vóór het solderen de kruispunten of de folielijnen bestrijken met vloeimiddel: voor loodverbindingen stearine, voor koperfolie flux. Denk eraan dat de bout bij het beginnen met solderen een te hoge temperatuur heeft (de stand-by temp. is hoger dan de werktemperatuur). Raak het lood niet aan, er kan zomaar een gat in smelten (klik hier als je een gat hebt), maar druppel de tin op het kruispunt en houd de bout kort in de tin zonder het onderliggende lood te raken. Na een paar soldeerpunten is de temperatuur gezakt tot bedrijfsniveau, dan mag de bout korte tijd met het lood in aanraking komen.
Na een aantal solderingen merk je hoe lang de bout in de soldeer gehouden moet worden. Deze tijd varieert dus, afhankelijk van de temperatuur van de bout, en het type lood dat je soldeert. Staallood bijvoorbeeld voert de warmte sneller af, hou in dit geval de soldeerbout iets langer in de soldeer, tot het goed vloeit. Til de bout direct op als de tin goed vloeibaar is geworden.
De levensduur van een nieuwe soldeerpunt wordt verlengd door deze vóór het solderen te vertinnen.
Handel als volgt: verhit de stift > indopen in flux > vertinnen > nogmaals indopen in flux > afkoelen en schoonmaken met natte spons.
De idee hierbij is dat flux een sterk corrosie-werende werking heeft. Het tin-laagje zorgt voor een gelijkmatige warmteverdeling in de punt.
Aanslag en/of corrosie op de stift heeft een isolerende werking, waardoor deze aan de buitenzijde niet overal dezelfde temperatuur heeft. Het solderen verloopt daardoor onregelmatig en ongecontroleerd. Houd de soldeerstift dus schoon. Reinig hem tijdens het solderen regelmatig met een snelle beweging over een natte spons. Voor sterke verontreiniging en corrosie is er Weller Tip activator. Houd de hete bout ca. 10 seconden in de Tip activator. Geen probleem als het even knettert en rookt, de aanslag wordt daarmee weggevreten. Haal de soldeerpunt daarna over een vochtig sponsje. Zo nodig herhalen. Maak de soldeerstift nooit schoon door schuren of vijlen, want hierdoor beschadigt de coating van de stift.
Gebruik stiften uit de SG serie. Iets duurder, maar met een veel langere levensduur. Bovendien blijven deze stiften door hun constructie beter op werktemperatuur, waardoor gelijkmatig solderen makkelijker is.
voor soldeerbout 100W:
bij Glas in Lood Stiftnummer 6.
Arbeidstemperatuur ca. 295ºC,
stand-by temperatuur ca. 335ºC,
soldeertin 50/50 of 60/40.
Bij Tiffany Stiftnummer 7.
Arbeidstemperatuur ca. 340ºC,
stand-by temperatuur ca. 370ºC,
soldeertin 60/40 (= 60 % tin, 40 % lood).
N.B. De dampen die bij het solderen vrijkomen zijn giftig. Zorg tijdens het solderen voor goede ventilatie, of beter nog: mechanische afzuiging. Ik krijg het altijd benauwd van een mondkapje, niettemin is het gebruik ervan aan te raden.